DataHorse
Objectieve bewegingsanalyse bij paarden

Objectieve bewegingsanalyse bij paarden door de geschiedenis heen

Is de kwantitatieve bewegingsanalyse bij paarden een nieuw instrument voor paardenartsen?

Objectieve bewegingsanalyse bij paarden - een reis door de tijd

De ontwikkeling van kwantitatieve, ook wel objectieve bewegingsanalyse is niet zo'n recente ontwikkeling als je wellicht denkt. Een goed functionerend bewegingsapparaat heeft altijd een hoge prioriteit gehad voor het paard. Zowel tijdens het voormalige werk in de landbouw en in de oorlog, als ook in de huidige rol van het paard als sport- en hobby dier. Het begrijpen en evalueren van kreupelheid is altijd een uitdaging geweest voor dierenartsen. Dit maakt dat er al eeuwenlang veel interesse is in het bestuderen van het bewegingsstelsel van het paard.

Muybridge was de eerste onderzoeker die technologie gebruikte voor het bestuderen van de beweging van paarden. Hij deed dit met behulp van de nieuw ontwikkelde techniek van de fotografie, in de jaren 1870. Hierdoor kon hij de verschillende fasen van de bewegingscyclus, inclusief de zweeffase, visualiseren. De eerste pneumatische accelerometer werd in 1873 door Marey ontwikkeld. Met dit apparaat kon hij de beweging van de ledematen en daarmee de footfall patronen van de paarden registreren. 

Na de Tweede Wereldoorlog duurde het een aantal jaren tot het onderzoek op het gebied van ganganalyse bij paarden werd voortgezet. Waarschijnlijk als gevolg van de massale mechanisatie, waardoor het paard minder relevant werd voor de menselijke samenleving. Rond 1960, toen het paard in beeld kwam als sport- en hobbydier, kwamen er nieuwe ontwikkelingen in beeld rondom de bewegingsanalyse bij paarden.

Zweden was een van de prominente landen die onderzoek deed naar dit onderwerp, waarbij Fredricson en Drevemo werkten met 2D high-speed cinematografie. Kort daarna begonnen onderzoekers uit Oostenrijk met het gebruik van 3D-optische bewegingsregistratie, ook wel ‘3D optical motion capture’ genoemd. Dit werk, gedaan door Kübber en Kastner uit Wenen, verhoogde de nauwkeurigheid drastisch en was het eerste werk wat het mogelijk maakte om de kinematica van hoofd, schoft en bekken te bestuderen in geval van kreupelheid, de belangrijkste parameters die we vandaag de dag nog steeds gebruiken.

Enkele jaren later, in 1996, werden deze parameters verder onderzocht door Buchner uit Nederland, om te worden gebruikt in klinisch toepasbare methoden. De meest recente ontwikkelingen zijn die rond de klinische toepassing van sensor technologie, waarin Barrey en Audigie een belangrijke rol hebben gespeeld. Deze apparaten zijn mobiel en daardoor eenvoudig ambulant te gebruiken, een duidelijk voordeel ten opzichte van optical motion capture.

De twee laatstgenoemde categorieën, 3D optical motion capture and sensor-based technologie, meestal bestaande uit inertial measurement units (IMU’s), zijn momenteel de belangrijkste en meest accurate technologieën voor klinische bewegingsanalyse bij paarden in de dagelijkse praktijk.